U ontvangt weduwen-/weduwnaarspensioen omdat uw partner is overleden, maar u heeft nu weer iemand ontmoet en jullie denken aan trouwen. Maar welke gevolgen zal dit hebben voor uw pensioen?
Het weduwenpensioen wordt afgeleid van het pensioen dat de ambtenaar zou ontvangen. In het geval waarbij de partner vroegtijdig komt te ontvallen, wordt de onvoltooide diensttijd opgeteld bij de actieve dienstjaren. Het weduwenpensioen wordt vervolgens hierover berekend. Dit is 60% van het bedrag dat de ambtenaar zou ontvangen bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
Voorbeeld Uw partner is overleden op 50-jarige leeftijd en hij heeft 22 jaren in overheidsdienst gewerkt, dan zijn dit de actieve dienstjaren. De onvoltooide diensttijd is het aantal jaren dat hij nog moest werken tot hij de pensioenleeftijd zou hebben bereikt, in dit geval 60 – 50 = 10 jaren. Uw weduwenpensioen is dus berekend over 22 + 10 = 32 jaren.
Besluit u opnieuw te trouwen, dan vervalt uw recht op weduwenpensioen niet, maar de uitkering wordt wel herzien. Het pensioen wordt opnieuw berekend op basis van de daadwerkelijk vervulde diensttijd van de overledene. In de nieuwe berekening wordt de onvoltooide diensttijd niet meer meegenomen. U ontvangt voortaan 60% van het daadwerkelijk opgebouwde pensioen gedurende de 22 actieve dienstjaren.